Rabiës

Rabiës, ook wel hondsdolheid genoemd, is een zeldzame maar zeer ernstige virusinfectie. Het virus wordt verspreid via speeksel van besmette zoogdieren. Als mensen eenmaal symptomen van rabiës hebben verloopt de ziekte vrijwel altijd dodelijk. Met vaccinatie is rabiës goed te voorkomen.

Waar komt het voor?

Rabiës bij mensen wordt vooral gezien in landen waar rabiës ook bij honden voorkomt; hondenbeten zijn verreweg de belangrijkste oorzaak van rabiës bij mensen. Dit betreft grote delen van Afrika, Azië en Zuid- en Midden-Amerika. In de meeste westerse landen komt er geen rabiës bij honden voor, maar soms wel bij bepaalde soorten vleermuizen. De kans op rabiës in die gebieden is vele malen kleiner.

Hoe loop je het op?

Het rabiësvirus wordt verspreid via speeksel van besmette zoogdieren. Wanneer deze dieren bijten kan het virus in het lichaam terecht komen en verplaatst het zich langzaam naar het centrale zenuwstelsel. Alle zoogdieren kunnen rabiës krijgen en de ziekte op andere dieren en mensen overbrengen, maar vrijwel alle gevallen van rabiës bij mensen (99%) zijn het gevolg van hondenbeten. Daarnaast komt het af en toe voor dat mensen rabiës krijgen van een vleermuis. Overdracht door andere dieren, zoals apen of katten, is in theorie mogelijk maar is extreem zeldzaam.

De kans dat rabiës wordt overgebracht hangt af van het precieze contact met het besmette dier. Het grootste risico geven beten met zichtbare verwondingen in de huid. Kleine krasjes of likken op intacte huid geven een veel kleiner tot geen risico.

Wat geeft het voor klachten?

De tijd tussen een dierenbeet en het begin van de klachten kan zo kort zijn als 5 dagen maar ook maanden tot zelfs langer dan een jaar. Rabiës begint met griepachtige verschijnselen met vaak ook koorts. Daarna ontstaan vaak spierspasmen, met name van de slikspieren. Deze worden vaak uitgelokt door alleen al het zien van water en geeft daardoor de beruchte ‘watervrees’. Mensen worden soms hyperactief waarbij ze ook epileptische aanvallen kunnen krijgen en uiteindelijk in coma raken. Bij een ander deel van de mensen ontstaan progressieve verlammingen. Rabiës leidt vrijwel altijd tot de dood.

Hoe kun je het voorkomen?

Ten eerste is het belangrijk om in landen waar rabiës voorkomt het contact met dieren te vermijden. Ga vooral honden uit de weg. Als je toch wordt gebeten, gekrabd of gelikt door een zoogdier is het belangrijk om de wond goed uit te wassen met water en zeep en daarna te ontsmetten met jodium of alcohol (70%). Zoek ook zo snel mogelijk medische hulp.

Wanneer je nog niet gevaccineerd bent tegen rabiës moet je na een hoog-risico contact, zoals een beet van een hond, zo snel mogelijk twee soorten injecties krijgen; een serie van 4 vaccinaties en een injectie met antistoffen (menselijk anti-rabiës immuunglobuline of MARIG), om te zorgen dat je al direct bescherming tegen rabiës hebt. MARIG is echter zeer kostbaar en is in veel landen niet of slecht verkrijgbaar. Dit kan het voor een gebeten reiziger noodzakelijk maken om met spoed de reis af te breken en terug te vliegen naar huis. Vaak zijn dit zeer stressvolle en angstige situaties.

Om dit te voorkomen kun je je voor de reis laten vaccineren met een serie van twee prikken. Dit zorgt ervoor dat je al antistoffen aanmaakt. Word je daarna gebeten door een dier, dan heb je nog wel twee extra vaccinaties nodig als booster, maar geen MARIG. Deze vaccinaties zijn vrijwel op iedere bestemming goed verkrijgbaar.

Vaccinatie: Rabiësvaccin (verschillende merken); 2 injecties met 1 week ertussen (reizigers met een verminderde afweer hebben 4 prikken nodig)